Je kunt gewoon aan je hersenen vragen: hoe werken jullie?

Er is veel geschreven over de scheiding tussen lichaam en geest.

Ik ga een nieuwe poging wagen.

Ik gebruik taal.

Soms zegt iemand: "Ik heb last van mijn hart."

Dat is vreemd: aan de ene kant is er een ‘ik’, en aan de andere kant een ‘hart’.

Het lijkt alsof die twee gescheiden zijn, maar dat is niet zo.

Mensen zien bepaalde lichaamsdelen als iets dat in hen zit, maar dat niet van hen is. Alsof je je hart pas voor het eerst gebruikt als je er last van hebt.

Terwijl je hart de hele tijd een onderdeel van jou is.

 

Gedachten

Een gedachte is een klein puntje in jezelf. Soms zeggen mensen dat gedachten niet belangrijk zijn: ik vind van wel. Je hebt verschillende kleine gedachten, en dus verschillende kleine puntjes in jezelf.

Je bent dus ook niet je hersenen, want je hersenen zijn kleiner dan jijzelf. Jij bent je hele grote lichaam, en je hersenen zijn maar een kleiner deel van dat geheel.

Als mensen zeggen: "Jij bent je brein," kunnen ze net zo goed zeggen: "Je bent je kleine teen." Ze bedoelen waarschijnlijk dat hersenen belangrijk zijn. Maar hoe belangrijk hersenen zijn, bepaal jij.

Jij bepaalt namelijk de relatie tussen jou en andere dingen.

Dat doe je met je hersenen. Wil je weten hoe je hersenen werken? Dat kun je gewoon aan je hersenen vragen. Je zit niet gevangen in een lichaam dat je niet kunt leren kennen.

Je kunt gewoon aan je hersenen vragen: hoe werken jullie?

Het probleem met dit soort dingen is vaak dat mensen denken dat zulke ogenschijnlijk simpele dingen niet werken. Dat je neuroloog moet worden om de hersenen te begrijpen. De ironie. Geef toe: je hebt het nooit zelf geprobeerd te vragen, hè? Daarom ben ik een stuk slimmer dan jullie.

Eerste vraag (en in dit universum mag je altijd alles vragen): hoe werk jij, lichaam? Bestaat er een god? Dat mag je allemaal vragen.