Stel, je hebt een slechte jeugd gehad.
Je kent maar één pad.
Maar elke stap in de toekomst ligt open. Elk scenario is mogelijk.
Bijvoorbeeld:
Ik ben drie keer naar de gym gegaan. En het gaat steeds niet.
Maar in de toekomst is alles mogelijk. Het is een open veld. Misschien is alles over één seconde wel geel. Misschien vergaat de aarde. Misschien ga je naar de gym en maak je iets positiefs mee, gaat het iets beter. Alles is mogelijk.
Dat laatste is moeilijk te begrijpen. Intuïtief reken je erop dat het ongeveer hetzelfde blijft. Maar alle scenario's zijn mogelijk. Misschien zit je op kantoor. Je kunt je hoofd tegen een muur slaan — iets waarvan je nooit zou verwachten dat het kan.
Als je zo in het leven staat — dat alles mogelijk is — voel je je vrijer. Je denkt minder in scenario's die je al kent. "Als ik naar de gym ga, kan ik het vast niet." Dat is maar één pad. Misschien ontmoet je wel je droompartner. Dat is een ander pad. Maar als je vasthoudt aan scenario 1, kom je niet buiten en kom je er nooit achter.
Imagine you’ve had a rough childhood.
You only know one path.
But every step into the future is open. Every scenario is possible.
For example:
I’ve gone to the gym three times. And it still doesn’t work out.
But in the future, anything is possible. It’s an open field. Maybe in one second, everything will turn yellow. Maybe the Earth will end. Maybe you’ll go to the gym and experience something positive, and things will start to improve. Anything is possible.
That last part is hard to understand. Intuitively, you count on things staying roughly the same. But every scenario is possible. Maybe you’re sitting at the office. You could bang your head against the wall — something you’d never expect yourself to do.
If you look at life this way — that anything is possible — you’ll feel freer. You’ll think less in terms of the scenarios you already know. “If I go to the gym, I’ll probably fail.” That’s just one path. Maybe you’ll meet the love of your life there. That’s another path. But if you cling to scenario one, you won’t go outside and you’ll never find out.
Amerikanen en West-Europeanen denken vaak in termen van winnen en verliezen.
Het is voor ons moeilijk voor te stellen dat mensen in andere culturen dat niet doen.
Dat winnen en verliezen helemaal niets uitmaken.
Zo belangrijk is de plek waar je opgroeit. Wat je leert.
China sneller met AI? Zij winnen, wij verliezen. Of ‘winnen’ we weer een oorlog?
In zekere zin bestaat ‘winnen’ niet. Wij hebben winnen en verliezen zelf verzonnen. Het is niets echt.
Americans and Western Europeans often think in terms of winning and losing.
It’s hard for us to imagine that people in other cultures don’t do that.
That winning and losing don’t matter at all.
The place where you grow up is so important. What you learn.
China moving faster with AI? They win, we lose. Or will we "win" another war?
In a way, winning doesn’t even exist. We invented winning and losing ourselves. It’s not a real thing.